“Halverwege de ochtend stap ik op het kinderdagverblijf een verticale groep binnen. In mijn rol als pedagogisch beleidsmedewerker kom ik op werkbezoek. Op het speelkleed vlakbij de snoezelhoek zit Anna, een baby van ongeveer vijf maanden oud. In haar hand heeft ze een zacht balletje. Ze kijkt naar de pedagogisch medewerker die een liedje zingt voor een baby terwijl ze de fles geeft. Anna moet ervan lachen, kraait en beweegt haar armen op en neer. Dan vliegt het balletje uit haar hand en rolt weg. Een gefrustreerde schreeuw volgt, haar ogen vullen zich met tranen. Precies op dat moment komt dreumes Sofie terug van de gang. Ze deed mee met dansactiviteit met haar eigen mentor. Ze loopt naar Anna, aait haar over de bol en geeft haar de bal terug.
Vol energie rond ik de ochtend op het kinderdagverblijf af: ik heb met twee pedagogisch medewerkers zulke mooie coachgesprekken gevoerd! De ene pedagogisch medewerker wilde met mij praten over de opruimmomenten die zij zelf als te chaotisch ervaart. We hebben besproken wat er nu feitelijk gebeurt en wat ze eigenlijk zou willen. Ze komt erop uit dat ze eerst eens gaat observeren wat de kinderen al zelf kunnen en dat ze de kinderen hier tijd voor gaat geven. Wat prachtig dat ze in wil zetten op ontwikkelen en respecteren van de autonomie! Met de andere collega heb ik video-opnames terug gekeken van een kringmoment. Ze heeft gezien dat de kinderen die vaak van hun stoel opstonden ook heel betrokken waren bij de pop met de tandenborstel. Deze collega besluit in een volgend kringmoment zich te focussen op betrokkenheid en niet of ieder kind op de stoel blijft zitten.
“Kijk, hier! Nog veel meer blokken dan bij jou en mij thuis samen!”
’s Middags is het tijd voor een bezoek aan de buitenschoolse opvang. Op de bso-groep stap ik tegelijk binnen met een pedagogisch medewerker die kleuter Luuk aan de hand heeft. Ze hurkt, vertelt waar hij zijn jas en tas kan opbergen en neemt hem dan mee de ruimte in. Het is Luuk zijn eerste dag op de bso! Twee vingers verdwijnen in zijn mond, hij scant heel snel de ruimte en kijkt dan naar de vloer. Het is al erg gezellig, maar ook druk. De pedagogisch medewerker hurkt weer en vraagt Tijn erbij te komen. Tijn stond al te kijken, Luuk was gaan huilen. De medewerker weet van de leerkracht van school dat Tijn en Luuk elkaar goed kennen en in de klas goed hebben samengewerkt. De medewerker vraagt Tijn of hij Luuk wil laten zien welke hoeken er zijn en om dan samen met Luuk thee te komen drinken aan tafel. Tijn steekt zijn hand uit. Luuks tranen verdwijnen, een lach verschijnt en samen huppelen ze weg. “Kijk, hier! Nog veel meer blokken dan bij jou en mij thuis samen!”, hoor ik nog net.
Bij Doomijn Kinderopvang werken medewerkers die een pedagogische opleiding hebben afgerond en die de ontwikkeling van hun eigen mentorkinderen nauwkeurig volgen. Zij volgen jaarlijkse bijscholing volgens ons scholingsplan. Daarnaast worden ze persoonlijk gecoacht op een pedagogisch onderwerp waarin zij zelf willen groeien. Zo groeien niet alleen de kinderen, maar wij allemaal bij Doomijn! Nog meer leren kinderen van elkáár. Het spelen met anderen is belangrijk voor de ontwikkeling. Sociale vaardigheden, en ook bijvoorbeeld normen en waarden, worden aangeleerd wanneer kinderen spelen. Die vaardigheden helpen om vrienden te maken én te houden. Door nauwe samenwerking met de school en clubs in de buurt komen kinderen elkaar vaak tegen. Hier scheppen we bij Doomijn de veiligheid en voorwaarden voor.
Vaak hoor ik dat ouders willen kiezen voor een gastouder, opa en oma of een oppas omdat ze kleinschaligheid en/of een thuisgevoel belangrijk vinden. Ons vaste en voorspelbare ritme geeft óók die zekerheid. En met de begeleiding van de eigen mentor in een vaste groep, voelt een kind zich snel thuis. En juist die groep biedt zoveel extra’s. Kom dat gerust eens bij ons ervaren, je bent altijd welkom!”