Marieke liet het er niet bij zitten toen ze twee jaar geleden als gevolg van haar handicap werd afgekeurd voor het werken in de kinderopvang. Met Missie Marieke hoopt ze de wereld een klein stukje mooier te maken door kinderen spelenderwijs kennis te laten maken met het onderwerp ‘handicap’.
“Ik heb 21 jaar in de kinderopvang gewerkt. Toen ik werd afgekeurd vanwege mijn handicap voelde ik mij te goed om te denken: ‘dit is het dan’. Dus stelde ik mijzelf de vraag: ‘wat kan ik wél doen?’ Ik merk dat veel mensen een handicap spannend vinden. Dan lopen ze gauw door als ze mij zien en stellen ze geen vragen, want het is onbekend en dus een beetje eng. Dat moet anders, vind ik. Ik denk dat als we kinderen al vroeg laten kennismaken met het onderwerp handicap, het makkelijker maar vooral leuker voor hen wordt er mee om te gaan. Want het is helemaal niet spannend of eng. Ik zeg altijd: iedere gek heeft z’n gebrek, niemand is perfect. Ik hoop dat ik daar meer mensen bewust van kan maken en de wereld zo een beetje mooier kan maken.”
“Met Missie Marieke geef ik pedagogisch medewerkers, leerkrachten maar ook ouders handvatten om in gesprek te gaan met kinderen over het onderwerp handicap. Het pakket bevat een Babbelpot met allerlei vragen, zoals: help je mensen graag en wie dan? Of: als je een superkracht zou mogen kiezen, welke zou dat dan zijn? Ook heb ik een popje laten ontwikkelen met gekke beentjes, zodat je met de jongere kinderen in gesprek kunt gaan. Het boekje vertelt al rijmend over allerlei soorten handicaps, aangevuld met mooie tekeningen.”
“Met Missie Marieke hoop ik kinderen de boodschap mee te geven: speciaal zijn we allemaal en samen kunnen we de wereld een klein stukje mooier maken!”
“Ik ben geen type dat bij de pakken neer gaat zitten. ‘Het leven is een feestje, maar je moet zelf de slingers ophangen’; dat vind ik zo’n mooie zin! Dat ik gekke benen heb betekent niet dat ik niks meer kan. Ik heb van mijn handicap en ervaringen mijn kracht gemaakt om anderen te inspireren.”
“Als eerste: zie het kind en niet de gekke schoenen of de rolstoel. Als jij in staat bent de persoon te zien vanuit oprechte interesse, dan zie je zoveel meer. En je merkt dan dat het contact leuker en makkelijker verloopt. Je gaat namelijk niet meer uit van barrières, maar van wat er wél kan. Dat brengt mij bij het tweede punt: kijk naar wat er wél kan. Is taal een barrière? Dan hoef je dat niet zo te ervaren. Gevoelens en gedachtes kunnen ook uitgewisseld worden via pictogrammen of door te tekenen. Kijk naar wat er wel is en hoe je een kind op een andere manier kunt bereiken. Dat geldt voor alle kinderen, want ieder kind is uniek en dat is helemaal oké.”