Fit je werk doen in de kinderopvang: praktische handvatten voor ergonomisch werken - Doomijn | Kinderopvang

Fit je werk doen in de kinderopvang: praktische handvatten voor ergonomisch werken

Bij Doomijn vinden we het belangrijk dat mensen hun werk zo goed en gezond mogelijk kunnen (blijven) doen. Daarom besteden we veel aandacht aan ergonomisch werken. Dat doen we bijvoorbeeld met een teamtraining op maat. Daniëlle Westra, trainer bij Confriends, is gespecialiseerd in werkplekergonomie en gaat alle locaties van Doomijn langs voor deze teamtraining. Het doel? De fysieke belasting van pedagogisch medewerkers verminderen door ze praktische handvatten te geven waar ze gelijk mee aan de slag kunnen.

Werken in de kinderopvang kan fysiek best zwaar zijn. Des te belangrijker is het dus om goed op je houding te letten. Dat noemen we ook wel ergonomisch werken. Daniëlle: “Wij zeggen: ergonomisch werken is slim werken. Je maakt het werk lichter en makkelijker, zodat je fysiek minder belast wordt. In onze trainingen proberen we de werkomgeving aan te passen aan de mens in plaats van de mens aan de omgeving.” Ook al heb je misschien nog geen klachten, het is tóch belangrijk om aandacht te hebben voor je werkhouding. “Ik hoor medewerkers vaak zeggen: ‘Ik heb nergens last van, het gaat heel goed met mij.’ Maar fysieke klachten krijg je vaak pas na tien jaar. Ergonomisch werken is dus niet alleen voor nu, maar vooral voor de lange termijn erg belangrijk.”

"Ik hoor medewerkers vaak zeggen dat ze nergens last van hebben, maar fysieke klachten krijg je vaak pas na tien jaar."

Drie oplossingsrichtingen

Iedere locatie is anders, en dus ook iedere training. Wel is de basis hetzelfde, legt Daniëlle uit. “We werken met drie oplossingsrichtingen. We kijken naar houding en gedrag, ergonomische hulpmiddelen en werk- en organisatie afspraken.”

Houding en gedrag

Ergonomisch werken is werken aan je houding, en dat betekent een verandering in gedrag. “Sommige medewerkers geven aan dat ze het tillen van zware baby’s belastend vinden. Dan kijken we naar werkhoudingen: hoe til je nu? Wanneer is het belastend? En wanneer doe je het wel goed? Ik geef ze mee dat het belangrijk is hun rug gestrekt te houden, de schouders te ontspannen, polsen recht te houden, op twee benen te gaan staan en een beetje door de knieën te buigen. Dit oefenen we ook tijdens de training.”

In het moment

Andere medewerkers geven aan dat ze soms veel drukte ervaren in hun werk. “Vaak zijn we geneigd om alles snel te doen. Maar als je bewust in het moment bent en je taken voorbereidt, geeft dit rust. Stel je verschoont een baby en naast jou staat een collega ook een baby te verschonen. Jullie kletsen, maar vergeten daardoor contact te maken met het kind. De baby wordt onrustig en gaat bewegen, want die wil aandacht! Neem dat één-op-één moment door contact te maken met de baby. Door in het nu te zijn, kan dit juist een rustmoment zijn. Daarnaast wordt de baby gestresst als je dit gehaast doet. Dan zit je straks met acht huilbaby’s.”

Rustmomenten

Sommige medewerkers geven voor de training aan dat ze vaker pauze zouden willen. Daniëlle laat ze zien dat je rustmomenten en energiegevers heel goed zelf kunt inbouwen in je werkdag. “Er zijn heel veel mogelijkheden om pauzes en rustmomenten in te voeren op je werkplek. Zet bijvoorbeeld een rustig muziekje op voor de kinderen of pak een boekje om voor te lezen. Neem bij het geven van de fles de tijd en geniet van dit moment. Daarnaast geeft bewegen energie. Dus ga je buitenspelen met de kinderen? Beweeg mee! Probeer ook regelmatig even in te checken bij jezelf. Hoe voel je je? Zijn je schouders gespannen? Gooi ze lekker los of doe wat stretchoefeningen met de kinderen. Dat is goed voor jou én de kinderen.”

Werk samen

Ergonomisch werken doe je met elkaar. “Coach elkaar dus als je ziet dat een collega een verkeerde houding aanneemt of te lang op de grond zit. Zo maak je elkaar bewust van een goede werkhouding. Maak ook samen afspraken hoe je de taken het beste kunt verdelen. Je kunt ervoor kiezen om zelf acht baby’s te verschonen of allebei vier. Daarmee verdeel je de belasting.”

Laat kinderen dingen zelf doen

Kinderen kunnen ontzettend veel zelf. Dat is niet alleen goed voor hun ontwikkeling, maar ook voor jouw fysieke belasting. “Daag een kind uit om ergens naartoe te kruipen, in plaats van het op te tillen. Daardoor maakt het kind kruislinks hersenverbindingen aan, waardoor het beter leert en slimmer wordt. Kan het kind lopen, laat het dan zelf lopen. Daarvan wordt het kind zelfstandiger en zelfverzekerder: ‘Kijk, ik loop zelf!’. Op de buitenschoolse opvang kun je de kinderen taken geven. Denk bijvoorbeeld aan het dekken van de tafel en helpen met opruimen. Vaak hebben pedagogisch medewerkers de neiging om het kind veel uit handen te nemen, terwijl het zoveel zelf kan. Door dat te stimuleren werk je ook nog eens aan hun zelfredzaamheid en zelfstandigheid.”

Ergonomische hulpmiddelen

De tweede oplossingsrichting is ergonomische hulpmiddelen. “Voor medewerkers is het vooral de uitdaging om deze middelen daadwerkelijk te gaan gebruiken. Heel vaak denken ze er niet aan en werken ze op de automatische piloot. Denk bijvoorbeeld aan stoffer en blik met lange steel om speelgoed mee op te ruimen van de grond. Dat scheelt een aantal keren bukken. Een tweede voorbeeld is het gebruik van het trappetje bij de aankleedtafel. Kinderen kunnen hier prima zelfstandig, en soms met een beetje hulp, op en af lopen. Zoals al eerder genoemd: daarmee stimuleer je de (motorieke) ontwikkeling. Maak dus gebruik van de aanwezige ergonomische hulpmiddelen!”

Zitten

Naast tillen en bukken, zit je als pedagogisch medewerker regelmatig. Het is daarbij belangrijk om te letten op hoe en waarop je zit. “Ga bijvoorbeeld niet zitten op een kinderstoeltje. Je zit hierbij laag bij de kinderen, maar deze stoelen zijn niet gemaakt voor volwassenen. Zet daarom je eigen stoel op de laagste stand om zo toch dicht bij de kinderen te komen. Zit je op de grond? Denk dan aan een grondkussen en zit niet te lang op de grond. Volgens de Arbonormen mag je 4 minuten op de grond zitten zonder rugsteun en 15 minuten met. Dit betekent niet dat je hoeft te gaan klokken hoelang je zit, maar wel dat je bewuster wordt van hoe lang je op de grond zit en hoe je dit kunt veranderen. Bijvoorbeeld door het zitten af te wisselen met je collega.”

Vermijd tillen

Soms kun je er niet omheen, maar door bewuster met je houding aan de slag te gaan kun je tillen best vaak vermijden. “Maak bijvoorbeeld gebruik van een trolley om spullen te verplaatsen, zoals bij de lunch of het smeren van een cracker. Kijk ook of je wieltjes onder meubels kunt plaatsen, bijvoorbeeld onder kasten en banken. Zo kun je ze verplaatsen zonder dat je hoeft te tillen. Is dit geen optie? Probeer dan te schuiven in plaats van te tillen. Kies er bijvoorbeeld voor om bij het schoonmaken houten banken niet op de tafels te tillen. Schuif alles naar één kant en schuif morgen bij het schoonmaken alles naar de andere kant.”

Werk- en organisatieafspraken

Het derde onderdeel is werk- en organisatieafspraken. Eén van de afspraken die we bij Doomijn hebben, is het inzetten van ergocoaches. Zij geven op locatie advies, over bijvoorbeeld de werkhouding of ergonomische hulpmiddelen. Daarnaast is in iedere regio een preventiemedewerker actief die zich inzet om arbeidsrisico’s voor medewerkers te verminderen. Ergonomisch werken is daar een onderdeel van. Tot slot moedigen we medewerkers aan om afspraken te maken met hun team. Iedere locatie is tenslotte anders; daar horen afspraken op maat bij.

Nog meer tips: ergonomisch werken

Wil je nog meer tips lezen over ergonomisch werken? Bekijk dan eens onze andere blog.

Lees meer