Na zeven jaar besluit Marjolein weer terug te keren naar de kinderopvang als pedagogisch medewerker. Helaas kwalificeert haar diploma niet meer volledig. Een EVC-traject biedt uitkomst.
De van oorsprong Brabantse Marjolein verhuisde vorig jaar van Amsterdam naar Apeldoorn. Samen met haar partner en zoontje kocht ze een vrijstaande kluswoning. Haar beroep als fotograaf verdween wat meer naar de achtergrond en dus besloot ze terug te keren naar de kinderopvang als pedagogisch medewerker. Marjolein: “Ik dacht: ik ga lekker invallen op basis van een nul-urencontract.” Goed te combineren met het klussen en haar baan als fotograaf. Alleen bleek haar diploma, Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV), niet meer te kwalificeren voor het kinderdagverblijf. “Ik heb toen wel getwijfeld: ga ik alleen werken op de buitenschoolse opvang? Maar ik wil uren maken en dan is het fijn als ik ook kan werken op het kinderdagverblijf.”
EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Als je een relevant diploma of relevante werkervaring hebt, maar nog niet voldoet aan de kwalificatie-eis van de kinderopvang, biedt een EVC-traject uitkomst. Tijdens dit traject laat je zien wat je kan en weet. De uitkomsten hiervan worden vastgelegd in een certificaat dat kwalificeert om te mogen werken in de kinderopvang als pedagogisch medewerker.
Haar manager stelde een EVC-traject voor (Erkenning van Verworven Competenties). Daarmee kan Marjolein een certificaat behalen waarmee ze wel kwalificeert om te werken in de kinderopvang. Ze zocht naar een geschikte organisatie en kwam uit bij Jeugdprofessionals Nederland. Binnen twee weken kon ze aan de slag. “Iedere week liep ik vier uur per week ‘stage’ op het kinderdagverblijf bij Doomijn. Aan de hand van tien clusters deed ik opdrachten waarmee ik liet zien wat ik kan. Eén van de clusters is bijvoorbeeld ‘emotionele veiligheid’. Binnen dat cluster moet je bepaalde facetten laten zien. Hoe je dat doet, mag je zelf weten. Ik bedacht activiteiten waarin de vereiste facetten terugkomen. Vervolgens schreef ik precies op wat er gebeurde. Wat doet kind A? Hoe reageert kind B?” Voor alle clusters moet een bewijsstuk aangeleverd worden. Dat vraagt soms om creatief nadenken. “De bewijsstukken moeten variëren. Ik kon dus niet iedere keer met een foto aankomen.” Dat was soms best lastig, geeft Marjolein toe, maar ze bedacht er iedere keer wat op. “De ene keer leverde ik een video aan, dan weer een geluidsopname of een e-mail.”.
Een EVC-traject moet worden afgerond in zo’n drie tot zes maanden. “Ik gaf mijzelf drie maanden en maakte van tevoren een agenda: zo ga ik het doen.” De realiteit is wel: je werkt met kinderen. En dan valt niet alles te plannen. “Ik hoopte dat alle facetten tijdens mijn activiteiten naar voren kwamen. Daar heb ik goed op gelet bij het bedenken van de activiteiten.” En met succes, want Marjolein leverde haar portfolio al na acht weken in.
Nog een paar weken en dan vindt haar eindgesprek plaats. Gelukkig kan Marjolein nu al werken op de groep waar ze haar EVC-traject heeft gevolgd en op de buitenschoolse opvang in de invalpool. “Ik vind het werk super leuk. Op deze locatie kennen de kinderen mij inmiddels en roepen ze mijn naam als ik binnenkom.” Toch gaat haar voorkeur uit naar de invalpool. “Ik vind het zo leuk om overal en nergens te staan. Iedere collega doet het weer even anders. Daarnaast heb ik geen last van – wat ik noem – ‘de rompslomp’ eromheen. Als invaller hoef ik niet na te denken over de boodschappen, schoonmaakroosters en luiers. Aan het einde van de dag doe ik de deur dicht en dan is het klaar. Dat vind ik heerlijk!”