Wat is taalontwikkeling? Waarom is het belangrijk? Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? En hoe draagt de kinderopvang bij aan de ontwikkeling van taal? Naar deze vragen en meer kijken we samen met Jardie Mensink, pedagogisch coach bij Doomijn. Met een studie in jeugd- en ontwikkelingspsychologie en pedagogiek, én een achtergrond in het onderwijs en de jeugdzorg, kan ze eindeloos vertellen over taal en de ontwikkeling hiervan bij kinderen.
Voordat we naar taalontwikkeling kijken, zetten we een stapje terug. De ontwikkeling van een kind delen we op in drie ontwikkelingsgebieden: lichamelijke ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. Jardie: “Praten we over cognitieve ontwikkeling, dan hebben we het over de ontwikkeling van intelligentie, het geheugen en hoe we informatie verwerken. Taalontwikkeling kun je ook plaatsen onder cognitieve ontwikkeling, het is met elkaar verweven.”
Van vormeloze geluiden tot brabbelen, woordjes en korte zinnetjes: de ontwikkeling van taal bij je kind begint al in de buik en gaat het hele leven lang door. Eenvoudig gezegd leert een kind taal door het contact dat hij heeft met jou en anderen. Maar er zijn nog meer factoren die hier invloed op hebben . Om er een paar te noemen: de omgeving (bijvoorbeeld: wat voor taal spreken ouders en andere mensen rondom het kind?), het leven (wat maakt het kind allemaal mee en hoe veilig voelt hij zich?), genetica (is er sprake van een taalstoornis zoals dyslexie?) en nog veel meer.
Hoe de taalontwikkeling van een kind verloopt, verschilt per kind. Al zijn er algemene ontwikkelingen te benoemen per fase en leeftijd. Wil je de taalontwikkeling van je kind stimuleren, dan zijn de volgende voorwaarden belangrijk.
1.
Jardie: “Elk kind ontdekt de wereld anders en heeft andere interesses. Bij het leren van taal is het belangrijk om aan te sluiten bij de interesse van jouw kind. Waar kijkt hij naar? Waar speelt hij mee? Waar wordt hij blij van? Van daaruit bouw je langzaam verder. Je kunt een kind dat een tekening heeft gemaakt bijvoorbeeld vragen: ‘Wat heb je getekend?’ Hij noemt dan vaak één van de dingen die hij ziet, of wijst ernaar. Dát heeft zijn interesse. En precies dat is jouw beginpunt. Benoem wat je ziet of stel een vraag om het gesprek aan te gaan. Luister goed naar wat je kind vervolgens zegt of doet, en vraag daar op door. Door zo een gesprek met je kind te hebben, zie je jouw kind en stimuleer je hem. Je geeft hem een succeservaring: een leuk gesprek over iets wat hem interesseert. Die succeservaring geeft een gevoel van veiligheid en het vertrouwen om verder te leren.”
2.
“Taal begint klein, met één woord. Een voorbeeld: Je zingt een liedje over een bal die op en neer rolt. Eerst hoort een kind alleen het deuntje dat je zingt, de melodie. Dan hoort hij de klanken die je uitspreekt, vervolgens de woorden. Hij leert over de bal. De bal is rond. En hij kan rollen. Hij is zwart met wit. Vanuit het ene woord, ‘bal’, leert hij zo langzaam nieuwe woorden. Zo krijgt een kind steeds meer taalbegrip. Je ondersteunt deze ontwikkeling door ook daadwerkelijk met een bal te rollen tijdens het zingen.”
3.
“Ook de manier van leren speelt een rol. Een voorbeeld: er staat een gitaar midden in de ruimte. Een groepje jonge kinderen verzamelt zich eromheen. Een meisje begint voorzichtig te plukken aan een snaar met een vinger. Dan met wat meer vingers. Ze tikt op het glanzende hout van de klankkast. Een jongetje kijkt ondertussen van een afstandje geïnteresseerd toe. ‘Kijk, muziek!’, zegt hij al wijzend. Dit laat zien dat iedereen op een andere manier leert: de één door te doen, de ander bijvoorbeeld door te observeren. Bij het leren van taal is dat niet anders.”
4.
‘Mijn kind van twee praat nog niet. Is dat erg?’ Dat is een vraag die vaak gesteld wordt, vertelt Jardie. “Vaak ontwikkelt een kind zich sterk op één ontwikkelingsgebied. Dan praat hij nog niet bijvoorbeeld, maar klimt en rent hij al wel de kamer door. Een ander kind praat al voordat hij één jaar is, maar loopt ‘pas’ met 18 maanden. Het is dus (vaak) niet erg als je kind later dan gemiddeld praat. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier.” De basisvoorwaarde voor ál het leren, taal inclusief, is veiligheid. “Een kind dat zich emotioneel veilig voelt, durft te ontdekken. Vertrouw er daarom op dat je kind zich ontwikkelt op het moment en op de manier die passend is voor hem. Forceren werkt averechts: dus niet overvragen of je kind onder druk zetten. Stimuleer de taalontwikkeling spelenderwijs. Heeft je kind plezier, dan gaat het goed.”
Goed om te onthouden: het verhaal uitlezen is niet het doel, het samen bezig zijn met het boek en praten, dat is het doel!
NCJ, voorleestips
Jardie: “Een kind heeft natuurlijk veel sociaal contact op de opvang, dat is ontzettend goed voor de taalontwikkeling. Spelen met leeftijdsgenootjes helpt jouw kind op gebied van praten, ontdekken, grenzen stellen, woordjes leren en nog veel meer. Zo leert een kind zich steeds beter uit te drukken, wat belangrijk is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij Doomijn zorgen we ervoor dat we aan alle bovenstaande voorwaarden voldoen. We sturen op succeservaringen door jouw kind écht te zien voor wie hij of zij is. Daar staan we voor.”
Een kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Sommige kinderen hebben een taalontwikkelingsachterstand (TOA) of een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Hoe weet je of je kind een achterstand of stoornis heeft in de taalontwikkeling? Jardie: “Dit merk je vaak aan het gedrag van het kind. Hij uit zich heel basaal bijvoorbeeld, door structureel te slaan en schoppen. Als dan blijkt dat hij nog niet (goed) kan praten, dan verwijzen we ouders naar de huisarts of het consultatiebureau.”
Het consultatiebureau of de huisarts is je beginpunt als je vermoedt dat er iets niet goed gaat bij de taalontwikkeling van je kind. “Zij kunnen je kind doorverwijzen. Je kunt dan terecht bij een logopedist bijvoorbeeld, of bij een audiologisch centrum. Daar kan een logopedist of orthopedagoog een diagnose stellen als dit nodig is.”
Professionele hulp bij taalontwikkeling: VVE
Heeft je kind een taalontwikkelingsachterstand? Dan kan het zijn dat hij Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) krijgt aangeboden. Dit is een programma dat zich richt op de ontwikkeling van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. De bedoeling is dat VVE een onderwijsachterstand voorkomt.
Voorschoolse Educatie richt zich op kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Het wordt bijvoorbeeld aangeboden op speciale peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Ook Doomijn heeft VE-peuterspeelzalen. Vroegschoolse educatie is voor kinderen uit groep 1 en 2.
Wist je dat kinderen tot 18 jaar gratis lid kunnen worden van de bibliotheek?