Grenzen stellen is belangrijk in de opvoeding van ieder kind. Ze geven duidelijkheid, veiligheid en dragen bij aan de morele ontwikkeling. Maar misschien wil je als ouder je kind óók vrijlaten om zoveel mogelijk zelf te ontdekken. Autonomie stimuleren en grenzen stellen: hoe combineer je dat? Wanneer is het goed om een grens te stellen? Hoe doe je dat op een juiste manier? En hoe houd je dat consequent vol?
Pedagogisch beleidsmedewerker Désirée vertelt in dit webinar over het nut en de noodzaak van grenzen stellen: van dreumes tot schoolkind. Met herkenbare voorbeelden en praktische tips.
Hieronder lichten we alvast een tipje van de sluier én lees je de vragen die andere ouders stelden tijdens het live webinar.
Er zijn ontelbaar veel grenzen en regels die je belangrijk kunt vinden en per ouder en per opvoedstijl zullen ze verschillen. Bij Doomijn willen we niet teveel grenzen stellen, ook dat geeft duidelijkheid. Ook vinden we de ontwikkeling van de autonomie erg belangrijk. Dat betekent: zelf leren en ervaren wat je wilt en wat er vervolgens gebeurt. We willen kinderen een basis meegeven waarmee ze later sociaal, respectvol en helpend in de maatschappij kunnen staan. Daarom stellen we in ieder geval grenzen in onderstaande gevallen:
Mijn kind is 2. Ik zag het stuk over straffen en regels stellen. Als hij iets doet dat echt niet te bedoeling is, stel ik alleen een grens? Dus even op een stoel nadenken moeten we niet doen?
Dat klopt inderdaad. Jouw kind kan op die leeftijd nog niet goed nadenken over wat er is gebeurd. Soms kun je er wel voor kiezen om je kind even uit een situatie weg te halen, maar dan hoeft het kind niet voor straf ergens te zitten. Ga dan bijvoorbeeld samen even zitten, tot het kind rustig is.
Als onze dochter bijvoorbeeld naar de hondenbak toegaat, kun je ingrijpen om het te voorkomen. Maar wat als het voorval al heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld als ze haar drinkbeker al op de grond gooit? Hoe kan ik dan het beste reageren?
Benoem wat je ziet en dat je dat niet oké vindt. Dus zeg bijvoorbeeld: ‘Je gooide met je beker, dat wil ik niet want dan kan de beker kapotgaan.’ Vertel ook vooral wat je wel oké vindt. ‘Als je boos bent, mag je op de grond stampen.’
Wat voor grenzen of regels kun je stellen als het gaat om wekenlang weigeren van avondeten bij een 2-jarige? Ik wil graag dat hij ooit mee-eet.
Eten is een extra lastig moment. Jouw kind heeft precies de leeftijd om te ontdekken dat het zelf kan beslissen wat het doet; zeker of het iets in zijn mond doet. De strijd aangaan met je peuter ga je altijd verliezen. En de nadruk leggen op iets moeten eten, werkt vaak averechts. Onze tips? Maak het gezellig, zorg voor een duidelijk begin en einde van het eten en ga niets verplichten, maar geef wel aan wat je als ouder fijn vindt. Dus vraag of je kind gezellig aan tafel komt zitten bijvoorbeeld. In deze blog lees je nog meer tips voor gezelligheid aan tafel en hier vertellen we over alle eetfases die je kind doorloopt.
Onze zoon van 4 test ons heel erg op dit moment. Wij stellen duidelijke grenzen en soms negeren wij hem vervolgens. Vaak blijft hij maar doorgaan. Het gevolg is een time-out op de trap. Dit vindt hij niet leuk en dan gaat hij vaak huilen of hij krijgt een driftbui. Kunnen wij nog iets anders doen?
Ah dat is uitdagend! Het kan inderdaad voelen alsof jouw kind je aan het testen is. Maar je kind is aan het ontdekken wat er wel en niet kan. Of wat er gebeurt als hij iets wel of niet doet. Dus hij test jou niet, maar onderzoekt de wereld. Dat is fijn om te weten, want misschien kan het je oordeel en de irritatie die je soms voelt veranderen.
Hoe ga je hiermee om? Het belangrijkste is om consequent te zijn. En probeer eens om humor of afleiding in te zetten: hoe reageert je zoon als je de situatie omdraait? Jij zegt bijvoorbeeld: ‘Ik vind dit echt niet leuk en nu ga ik even op de trap zitten.’ Ik ben benieuwd wat dit doet met de reactie van je kind.
Wat je ook kan proberen: benoem de emoties die je ziet bij je kind. ‘Je hebt geen zin om aan tafel te zitten, en omdat het toch even moet, ben je boos.’ Hoe vaker je emoties benoemt, hoe meer je jouw kind helpt. Misschien kom je zo achter de behoefte van je kind.